Niet-pluis gevoel

Signalen voor een niet-pluis gevoel

Huiselijk geweld vindt veelal achter gesloten deuren plaats, het is daarom moeilijk te signaleren. De aandachtsfunctionaris is er om de bewustwording over zorgen en signalen van huiselijk geweld te vergroten. Als vrijwilliger kan je een belangrijke bijdrage leveren door extra oren en ogen te zijn en signalen en zorgen bespreekbaar te maken. Een aantal voorbeelden van signalen die je als vrijwilliger kunt zien en een niet-pluis gevoel bij kunt krijgen:

 

“Met je wandelmaatje praten jullie altijd over van alles en nog wat, erg gezellig. Maar bijna elke keer praat ze ook heel negatief over haar zoontje van 10 jaar, hij is een niksnut, altijd heeft hij wat en kan niks goed doen. Als je net wilt aanbellen om te gaan lopen, hoor je voor de zoveelste keer hard geschreeuw en gescheld binnen, wat tegen het zoontje is gericht. Je belt snel aan, maar hebt weer dat onaangename gevoel in je buik…”

 

“Als financiële thuisadministratiehulp neem je de afschrijvingen door met mevrouw, zij is 83. Er is in 1 week tijd tien keer gepind bij de Plus, maar mevrouw laat haar boodschappen bezorgen door haar kleindochter van 16 jaar. Je vraagt ernaar en hoort dat de kleindochter de pinpas soms vergeet terug te leggen. Dat is niet erg zegt mevrouw, het kind doet al zoveel voor mij en is zo druk en nu kan ze af en toe iets voor haarzelf kopen, een snoepje of iets. Het is zo lief dat ze mij helpt. Het is lief dat haar kleindochter haar helpt, maar minder lief dat ze vrijuit van haar pinpas gebruik maakt.

Maar goed het is haar geld, niet dat van jou. Toch blijft het niet correct voelen…”

 

“Je komt al ruim een half jaar om de week bij een mevrouw, 66 jaar, om over jullie gedeelde hobby bloemschikken te praten. Het begint je nu op te vallen dat haar man, 68 jaar, er altijd is. Hij bemoeit zich niet met het gesprek maar zit wel in de kamer. Zij heeft eerder al jouw verzoek afgewezen om eens te gaan wandelen of bij jou af te spreken. Hij doet altijd wel vriendelijk, maar toch voelt het vreemd...”